1. ‘Traditionele’ techbedrijven stappen in de deeleconomie
Waar in 2015 het domein van de deeleconomie werd beheerst door nationale en internationale start- en scale-ups, zullen in 2016 ook bekende ‘traditionele’ namen in de deeleconomie stappen. Bestaande corporates komen de schrik van de disruptie te boven en ontdekken dat ook zij een graante mee kunnen pikken in deze ontwikkelingen. Of beter gezegd: zichzelf opnieuw moeten uitvinden om in de toekomst nog relevant te zijn.
De automotive branche zal hier, net als in 2015, het voortouw nemen. Logisch: de ontwikkelingen van zelfrijdende auto’s zorgt in deze branche voor de urgentie om te innoveren. Zo lanceerde BMW een autodeelplatform voor haar klanten, lanceerde Toyota een autohuurservice voor Uber-chauffeurs en bouwde Daimler het Car2Go programma uit.
2. Groter aanbod, lagere drempels
De circa 150 deeleconomie-platformen die actief zijn in Nederland zullen in 2016 flink wat concurrentie erbij krijgen. Buitenlandse spelers komen de grens over en gratis open source-platform software zoals Sharetribe maken de drempel om nieuwe ideeën op de markt te zetten lager dan ooit.
Aangezien kritieke massa een van de grootste uitdagingen blijft om een deeleconomieplatform goed te laten presteren, verwacht ik dat ook online platformen met een bestaande gebruikersgroep als Google, Facebook en Waze dit domein zullen betreden. Google heeft immers al in flink wat initiatieven geïnvesteerd en kan op veel plekken in de keuken meekijken.
Facebook vroeg onlangs een patent aan dat erop kan duiden dat het bedrijf een meerijdt functie zal integreren. In Israël experimenteert Waze met de meerijdt-app RideWith om in potentie de concurrentie met het Franse BlaBlaCar aan te gaan.
Lees ook: Blablacar: Franse underdog wordt deelkampioen (Sprout magazine)
3. Groei via partners en API’s
Waar veel platformen in 2015 voornamelijk gebruikers naar de eigen website probeerden te lokken, zal in 2016 de (noodzakelijke) groei komen door het openstellen van het platform voor andere partijen, veelal door het inzetten van API’s. Uber is hierin zover ik kan zien het meest actief
4. Meer on-demand werkplatformen
Na een woning (Airbnb) en auto (Uber en SnappCar) zijn jouw skills jouw meest waardevolle, vermarktbare asset. Dit jaar zullen platformen die korte klusjes, ook wel ‘gigs’ genoemd, een groeispurt maken. Boodschappen laten bezorgen, hond uitlaten, schoonmaken en kleine klusjes in huis – noem maar op.
Dit alles voor een paar euro en binnen een paar seconden via een slimme app geregeld. Met de groei van dit type platformen, waar veelal laag opgeleide ‘workers’ op zitten die weinig alternatief hebben om elders aan de slag te gaan, zal ook de discussie over deze ‘nieuwe’ vorm van arbeid groeien.
Lees ook: De Gig Economy: weg met de werknemer (Sprout magazine)
5. De markt wordt volwassen
Met waarderingen van vele miljoenen tot vele miljarden zullen veel platformen zich niet meer achter de term ‘disruptive’ kunnen verschuilen en verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun daden. Oftewel: de markt wordt volwassen.
In 2016 zal de term deeleconomie, wat staat voor het fenomeen dat consumenten elkaar tijdelijk gebruik laten maken van hun onderbenuttte consumptiegoederen (Frenken en Meelen, 2014), worden ingeruild voor het beter passende ‘collaborative economy’.