Het is halverwege 2009 en om tien uur ‘s ochtends trekt Markus Frind de deur van zijn appartement achter zich dicht en gaat hij naar zijn werk. Het is maar een klein stukje lopen door het centrum van Vancouver, maar toch voelt het op de een of andere manier als een hele trektocht. En dat komt niet doordat Frind lui zou zijn. Nou ja, hij is wel een beetje lui, maar daar gaat het nu even niet om. Het probleem is dat hij nog steeds moet wennen aan het idee dat zijn woon-werkverkeer inmiddels meer behelst dan de afstand tussen zijn slaapkamer en zijn woonkamer.
Frinds online datingbedrijf Plenty of Fish is sinds kort gevestigd op de 26e verdieping van een wolkenkrabber in het centrum van de stad, met een ronddraaiend restaurant op de bovenste verdieping. De glanzende ruimte zou makkelijk dertig man personeel kunnen herbergen, maar als Frind binnenkomt, is het er akelig stil – het is gewoon een kamer met nieuw tapijt, versgeschilderde muren en acht platte computerschermen. Frind gooit zijn tas in een hoek en valt neer op een stoel voor een van de schermen.
Als hij op zijn bureau kijkt, treft hij een opdracht van 180 duizend dollar die op zijn handtekening wacht. De opdracht komt van VideoEgg, een bedrijf in San Francisco dat Frind betaalt om een serie commercials voor Budweiser in Canada op touw te zetten. Zoals de meeste van zijn adverteerders heeft deze hém weten te vinden. Tot een week terug had Frind zelfs nog nooit van VideoEgg gehoord. Maar als je iedere maand zo’n 1,6 miljard webpagina’s levert, is er een gerede kans dat je adverteerders gaat opvallen.
Dat zijn een heleboel advertentietjes. “Eén komma zes mil-jard”, zegt Frind langzaam, de ‘m’ extra lang rekkend – als een ‘mmmm’. “Er zijn in de hele VS misschien tien websites die meer hebben.” Vijf jaar geleden zette hij Plenty of Fish op, zonder geld, zonder plan en met maar een vaag idee van hoe je een internetbedrijf bouwt. Inmiddels is zijn schepping volgens marktonderzoeksbureau Hitwise de grootste datingwebsite in de VS en misschien wel in de hele wereld. De site genereert vier maal zoveel verkeer als de datingpionier Match, die jaarlijks 350 miljoen dollar omzet met honderden man personeel. Tot 2007 had Frind precies nul personeelsleden. Ten tijde van het interview zijn dat drie man voor de klantenservice, die controleren op spam, en naaktfoto’s van de Plenty of Fish website verwijderen. Vandaag de dag zijn het er 75 en draait deels op vrijwilligers die de geplaatste foto’s beoordelen.
Franse rivièra
Wonderlijk genoeg heeft Frind zijn bedrijf zo opgezet dat al het andere werk niet veel meer is dan bijna niks. “Meestal heb ik binnen een uur gedaan wat er gedaan moet worden”, zegt hij. Waarna hij even nadenkt. “Nou ja, eigenlijk in de eerste tien, vijftien minuten.”
Ter demonstratie draait Frind zich naar zijn computer en rommelt hij wat met een gratis programmaatje dat hij gebruikt om zijn advertentiebestand te organiseren. Terwijl hij bezig is, moppert hij wat over Canada’s hoge inkomstenbelastingtarief, een serieus probleem nu Plenty of Fish voor 2008 op een jaaromzet afstevent van 10 miljoen dollar, met een winstmarge van meer dan vijftig procent. Nu, zes jaar later is de jaaromzet vertienvoudigd naar ruim 100 miljoen dollar.
Zes minuten en 38 seconden na aanvang van zijn werkdag sluit Frind zijn browser af en kondigt aan: “Zo, alles klaar.”
Alles klaar? Meen je dat nou? “De site draait zo goed als op zichzelf”, zegt hij. “Meestal zit ik gewoon op mijn kont en kijk toe.” Er is zo weinig te doen dat hij en zijn vriendin Annie Kanciar de afgelopen zomer het grootste deel van de tijd aan de Franse Riviera hebben liggen zonnen. Frind logde dan ‘s avonds even in, keek een paar minuten om zich ervan te vergewissen dat er geen ernstige foutmeldingen waren, waarna hij weer doorging met het nippen van exquise wijnen. Een jaar eerder brachten ze een paar ontspannen weken door in Mexico, met een jacht, een kapitein en vier vriendinnen van Kanciar. “Ik en vijf meiden”, zegt Frind. “Een ruig bestaan.”
Als Frind aanstalten maakt om te vertrekken, vraag ik hem wat er voor de rest van de dag op zijn programma staat. “Geen idee”, zegt hij. “Misschien ga ik een dutje doen.”
Het is een eigentijds sprookje: jongeman zet in zijn vrije tijd een website op. Niemand kent hem, hij onderscheidt zich in niets. Hij heeft niet aan MIT gestudeerd, niet aan Stanford – hij heeft eigenlijk helemaal niet gestudeerd; maar vergis je niet in hem: hij is briljant. Hij heeft doelloos rondgezworven van baan naar baan, maar stiekem is hij heel ambitieus. Hij bouwt zelf zijn bedrijf op, vanuit zijn appartement. In de meeste verhalen is dat het punt waarop het harde werken begint – de lange uren, slapeloze nachten, en de zakelijke bijna-dood ervaring. Maar dit is een veel relaxter verhaal. Frind doet het kalm aan, werkt niet meer dan twintig uur in de week tijdens de drukste periodes, en meestal niet meer dan tien. Vijf jaar later runt hij een van de grootste websites op aarde en betaalt hij zichzelf meer dan vijf miljoen dollar salaris per jaar uit.
Frind (30) ziet er niet uit als iemand die een marktleidend bedrijf zou runnen. Een rustig iemand, met zachte trekken, die er doodgewoon uitziet – het type dat in een kamer vol mensen verloren kan gaan en dat minder ruimte lijkt in te nemen dan je op grond van zijn omvang zou verwachten. Degenen die hem kennen, beschrijven hem als introvert, slim en een beetje onhandig. “Markus is typisch zo’n techneut die meer op zijn gemak is voor een computerscherm dan vis-à-vis iemand anders”, zegt Noel Biderman, mede-oprichter van Avid Life Media, een bedrijf in Toronto dat een paar datingsites in eigendom heeft.
Als hij dan toch in gesprek raakt, kan Frind ontwapenend openhartig zijn, en in vitriool gedrenkte opmerkingen maken met een zelfverzekerde opgewektheid die bijna gemeen aandoet. Yahoo, zegt hij, ‘is een lachertje’, Google ‘een cultus’ en Match ‘op sterven na dood’. “Ik heb nog nooit zo’n competitief iemand gezien”, zegt marketing consultant Mark Brooks, die Frind sinds 2006 van advies dient. “Hij zegt altijd precies wat hij denkt.”
Tegen zijn vrienden en familie getuigt Frind van zijn genegenheid door middel van speelse practical jokes. Hij kan zich urenlang verstopt houden in het appartement dat hij met Kanciar deelt, en dan links en rechts het licht aan en uit doen, op deuren bonzen en ineens in een kamer opduiken, omdat hij weet dat zijn vriendin bang is voor spoken. Bij een andere gelegenheid, op Valentijnsdag, at hij stiekem een gigantische hoeveelheid chilipepers. Hoewel zijn mond in brand stond, plantte Frind rustig een kus op Kanciars lippen en veinsde hij stomme verbazing toen ze als een bezetene naar de kraan holde.
Kanciar, een freelance ontwerper van websites die ook bij Plenty of Fish inspringt, is een tanige blondine met altijd een glimlach om de lippen en een uitbundige lach, die ze regelmatig inzet om Frind uit zijn tent te lokken. Als ik hem vraag wat hij doet met die 23 uur van de dag dat hij niet werkt, zoekt Frind verwoed naar een antwoord en kijkt dan vertwijfeld naar Kanciar. Die geeft een paar suggesties – videospelletjes, skivakanties, wandelingen – en probeert dan zijn energie te focussen. “We proberen Max ervan te overtuigen dat we interessant zijn”, zegt ze zoetjes.
Dat valt voor Frind helemaal niet mee; die bekijkt de wereld toch maar het liefst van een afstandje. “Hij verheft nooit zijn stem”, zegt Kanciar later. “En hij houdt niet van conflicten.” Frind blijft bij voorkeur de man die anderen zwijgend waarneemt en dan argumenten en tegenargumenten bedenkt omtrent hun beweegredenen. Hij lijkt voortdurend in gedachten verzonken, de wereld rondom hem aldoor bestuderend. “Hij kijkt naar alles om zich heen of hij het niet voor zijn site kan gebruiken”, zegt Kanciar. “Zo nu en dan zegt hij ineens vanuit het niets ‘waarom doet dat meisje dat?’ of ‘Waarom bouwt die kerel zo’n toer?’ In restaurants bespiedt hij mensen om te zien hoe ze met elkaar omgaan. In zeker opzicht is hij altijd met de zaak bezig.”
Frind groeide op op een graanboerderij op het platteland in het noorden van Brits-Columbia – de ‘bush’ zoals ze het daar noemen. Zijn dorp, Hudson’s Hope, is een koude afgelegen plek niet ver van waar de Alaska Highway begint. Zijn ouders, Duitse boeren die vlak voor Frinds vierde verjaardag emigreerden, kochten een stuk land van 450 hectare zo’n vijftien kilometer buiten het dorp en woonden de eerste tijd in een stacaravan zonder elektriciteit, stromend water of telefoon. De naaste buren woonden twee kilometer verderop. Afgezien van één jonger broertje had Frind er geen vrienden. “Zijn probleem was het Engels”, zegt zijn vader, Eduard Frind. “Als je geen Engels spreekt, kun je niks.” Uiteindelijk paste Frind zich aan, maar zijn kinderjaren waren eenzaam. Hij komt tegenwoordig nauwelijks meer in Hudson’s Hope. Als zijn ouders hem willen zien, rijden ze de veertien uur naar het Zuiden.
Priemgetallen
Nadat hij in 1999 zijn technische opleiding had afgemaakt met een specialisatie in computerprogrammering, vond Frind een baan bij een online winkel. Toen knapte de dotcom-zeepbel, waarna Frind twee jaar lang van net ingestorte naar instortende startup trok. Het grootste deel van 2002 zat hij zonder werk. “Ik had ieder half jaar weer een andere baan”, aldus Frind. “Als ik kwam, zaten we met dertig man en vijf maanden later waren er nog vijf over. Dat waren wrede tijden.” Als hij wel werk had, was het een marteling. Zijn collega’s schreven ondoorgrondelijke programmaregels, om hun baan te beschermen. “Ik was dan vier of vijf uur bezig”, zegt hij – een eeuwigheid in zijn tijdschaal – “alleen maar om uit de regels die ze geschreven hadden wijs te worden; iets waar je normaal een paar minuten over doet.”
Maar door steeds de rotzooi van anderen op te ruimen leerde Frind wel hoe je snel heel ingewikkelde programmaregels kon vereenvoudigen. In zijn vrije tijd begon hij te werken aan een softwareprogramma dat bedoeld was om priemgetallen te vinden in rekenkundige rijen. Dat onderwerp, sinds jaar en dag een uitdaging in wiskundige kringen, omdat het zoveel rekenkracht vergt, was in een van zijn college’s ter sprake gekomen; Frind dacht dat het wel een leuke manier zou zijn om zijn vaardigheden aan te scherpen. Hij rondde zijn hobbyproject in 2002 af, waarna zijn programma twee jaar later een reeks van 23 priemgetallen vond, de langste tot dan toe. “Het was gewoon een manier om mezelf wat te leren”, zegt Frind. “En wel hoe je een computer zo snel mogelijk maakt.”
Begin 2003 moest de technologische markt in Vancouver de weg naar boven nog vinden; Frinds zesde werkgever in drie jaar tijd moest de helft van het personeelsbestand ontslaan. Bang dat hij opnieuw werkloos zou worden, besloot Frind dat hij zijn marktwaarde moest opvijzelen. Hij nam zich voor een paar weken de tijd te nemen om ASP.net, Microsofts nieuwe programma voor het bouwen van websites, onder de knie te krijgen en dat te doen door de moeilijkst denkbare site te bouwen.
Online dating bleek een goede keuze. Niet alleen moet je voor het opzetten van een ingewikkeld netwerk van elektronische glimlachen, aaien en knipogen over behoorlijk wat programmeervaardigheid beschikken, deze tak van ondernemerschap is ook altijd een vriendelijk toevluchtsoord geweest voor buitenbeentjes en opportunisten. Gary Kramer, een van de pioniers in deze markt, oprichter van Match en bovendien de man die de domeinnaam Sex.com liet registreren, noemt rapper Ice Cube en bankrover ‘Slick’ Willie Sutton als belangrijke invloeden op zijn bedrijfsfilosofie. Nog zo’n pionier, James Hong, was mede-oprichter van Hot or Not, een website die maar één relatief ruw ding leverde: mensen kunnen foto’s van zichzelf naar de site uploaden, waarna andere bezoekers hun aantrekkelijkheid kunnen beoordelen op een schaal van nul tot tien. Hot or Not werd vorig jaar voor twintig miljoen dollar contant overgenomen door Avid Life van Noel Biderman. Avid, dat ook al een oogje had op Plenty of Fish, krijgt het grootste deel van zijn inkomsten uit Ashley Madison, een dating website voor gehuwden (onder het motto; ‘Het leven duurt maar kort. Ga eens vreemd’). De site telt 2,8 miljoen abonnees en haalt tientallen miljoenen dollars binnen.
Wanhopige eenvoud
In tegenstelling tot veel andere entrepreneurs in de datingmarkt heeft Frind Plenty of Fish niet opgezet om in contact te komen met vrouwen – en zelfs niet omdat hij een visioen zou hebben gehad van zakelijke roem. “Het was een vurig verlangen naar iets stabiels”, zegt hij. “En ik had helemaal geen zin in een baan.” Frinds ogen speelden ook een rol. Ze zijn overgevoelig voor licht en hadden nogal moeite met de hele dag een beeldscherm tegenover zich. Met een paar uur werk per avond zette Frind in twee weken tijd een rudimentaire datingsite op poten, die hij Plenty of Fish noemde. De site was van een wanhopige eenvoud – niet meer dan een onopgesmukte lijst van persoonlijke advertentietjes, met alleen maar tekst. Maar hij beloofde wel iets dat geen van de grote datingbedrijven bood: het was gratis.
Frind was op het idee gekomen in 2001, toen hij rondneusde op Canada’s grootste datingsite, Lavalife, in de hoop in contact te komen met vrouwen, of op zijn minst een beetje de tijd te doden. Online daten leek een goed idee, maar hij bemerkte tot zijn grote schrik dat de site een pittige bijdrage vroeg van de gebruikers. “Dat vond ik belachelijk”, zegt hij. “Dat kleine gammele websiteje dat geld vroeg voor iets dat iedereen kon maken. Ik dacht meteen: die gasten kan ik hebben.”
Plenty of Fish groeide aanvankelijk langzaam, terwijl Frind vooral bezig was met het leren van de programmeertaal en het afschuimen van internetfora om uit te zoeken hoe hij het verkeer naar zijn site kon opvoeren. Er is nog een handjevol krom geformuleerde berichten uit begin 2003 waarin Frind elementaire vragen stelt als ‘Wil graag weten hoe verdienen aan advertenties op website’. Als je die opmerkingen nu terugleest, daagt er een beeld voor je op van vastberadenheid gekoppeld aan naïviteit.
Frind wist nauwelijks iets af van het optimaliseren van websites voor de zoekmachines of van online adverteren, maar hij leerde snel. Tussen maart en november 2003 dijde zijn website uit van veertig naar tienduizend abonnees. Frind gebruikte zijn computer thuis als server – een ongebruikelijke, doch kostenbesparende keuze – en stak al zijn tijd in het bespelen van Google met de trucs die hij in de diverse fora had opgepikt. In juli introduceerde Google het gratis programma AdSense, waarmee kleine ondernemers automatisch advertenties konden verkopen en op hun website zetten. De eerste maand verdiende Frind vijf dollar, maar toen het jaar ten einde liep, verdiende hij al meer dan 3.300 dollar per maand, grotendeels door de verkoop van advertenties van betaalde datingsites, die aldus hoopten zijn niet-betalende abonnees te verleiden tot een stapje hoger. Hij zegde zijn baan op.
Triviale aanpassinkjes
“Ben je ooit wel eens zo iemand als ik tegengekomen?” Hij schept een beetje op, maar het is ook echt een vraag: Frind heeft maar heel weinig vrienden in het bedrijfsleven, geen mentoren, geen investeerders. En dan heeft hij ook nog een pad gekozen dat dwars ingaat tegen wat gebruikelijk is in de branche. De meeste websites die zoveel verkeer genereren als Plenty of Fish zouden tegen deze tijd al miljoenen hebben opgehaald bij venture kapitalisten, tientallen technici en marketeers hebben ingehuurd en bovendien een manier hebben gevonden om ervoor te zorgen dat onconventionele types als Markus Frind geen belangrijke beslissingen zouden kunnen nemen.
Niemand heeft dit ecosysteem zo efficiënt ingezet als Markus Frind, die eenvoudig, goedkoop en slank is gebleven, terwijl toch zijn omzet en winst een niveau hebben bereikt waar het doorsnee eenmansbedrijf nooit bij in de buurt komt. Plenty of Fish oogt als de nachtmerrie van een websiteontwerper: de site beperkt zich tot het hoogst noodzakelijke, ziet er onelegant uit en lijkt door iemand zijn kleine broertje in een verloren middag in elkaar te zijn geflanst. De site heeft een kleurenschema van niks en lijkt uitermate gesteld op vet gedrukte tekst en HOOFDLETTERS. Wie op zoek gaat naar een mogelijke partner, krijgt een stortvloed van foto’s over zich heen die niet aan hun kader zijn aangepast, waardoor de gezichten op allerlei lachwekkende manieren zijn vervormd. Niet echt een ideale manier om een partner uit te zoeken.
Frind is zich van die tekortkomingen wel bewust, maar staat niet te springen om er iets aan te doen. “Het heeft geen zin triviale aanpassinkjes te doen”, zegt hij. Frind is er vooral op uit – en daarom werkt hij ook zo weinig – om geen brokken te maken. Dat levert twee voordelen op. Ten eerste kun je geen geld verspillen als je niets doet. En ten tweede kun je bij een ingewikkelde en grote website als deze van tevoren nooit voorspellen welk effect zelfs de kleinste ingreep heeft op de winst. Als je iets aan die slechte foto’s zou doen bijvoorbeeld, zou Plenty of Fish daar wel eens onder te lijden kunnen krijgen, want nu moeten de bezoekers de profielen van de potentiële partners wel aanklikken om in het volgende scherm te komen, waar ze wel goede foto’s mogen verwachten. Mensen bekijken daardoor meer profielen en Frind, die per paginabezoek wordt betaald, kan meer advertenties opdienen. “De site werkt”, zegt hij. “Waarom zou ik iets dat werkt veranderen?”
Om dezelfde reden heeft Frind geweigerd dingen aan de site toe te voegen waar veel om gevraagd wordt, zoals chatrooms en videoprofielen. “Ik luister niet naar de gebruikers”, zegt hij. “De mensen die met voorstellen komen zijn een luidruchtige minderheid die met stomme ideeën komen die alleen voor hun eigen niche geschikt zijn.” Frind heeft zich daarentegen vooral toegelegd op het verbeteren van het aan elkaar koppelen van mensen. Als een abonnee door de profielen gaat bladeren, registreert de site zijn of haar voorkeuren en versmalt het aantal aanbiedingen van tien miljoen naar een behapbaar aantal potentiële partners. “Gebruikers zien nooit het hele databestand”, aldus Frind. “Het wordt verkleind en toegespitst op waar je echt naar op zoek bent.” Met andere woorden: als je Plenty of Fish vertelt dat je op zoek bent naar een blonde niet-roker, maar al je tijd op de website doorbrengt met het aanklikken van brunettes met nicotinevingers, past het programma zich aan. “Mensen denken te weten wie de ideale partner is, maar dat is niet altijd degene die ze echt willen”, zegt Frind. Hij schat, op grond van exitonderzoek, dat de site jaarlijks 800 duizend geslaagde relaties tot stand brengt.
Vaak speelt Frind aan het einde van de werkdag – zo rond het middaguur derhalve – oorlogsspelletjes. In zijn appartement staan vijf computers voor het spelen van multiplayer spellen als Age of Empires en Command & Conquer; en hij heeft een aanzienlijke verzameling bordspellen. En hij is er ook nog goed in. Toen ik in oktober eens een spelletje Risk met hem speelde, bleef hij vrijwel het hele spel door volkomen stil, om dan in één virtuoze spelbeurt het hele bord leeg te spelen. De volgende ochtend gniffelde hij nog van tevredenheid. Frind benadert zijn zaken op dezelfde manier. “Het is een strategisch spel”, zegt hij. “Je probeert de hele wereld over te nemen, land voor land.”
Leugenaar
Tegen 2006 leverde Plenty of Fish iedere maand 200 miljoen web-pagina’s, waarmee de site in Canada de grootste en in de VS de op vier na grootste datingsite was. Frind verdiende ook opperbest: zo’n tienduizend dollar per dag, via AdSense. In maart van dat jaar vertelde Frind dat aan Robert Scoble, een populaire blogger over technologie, die hij op een conferentie in Vancouver was tegengekomen. Toen Scoble op zijn blog schreef over de solo entrepreneur met zijn foeilelijke website die miljoenen verdiende, wilden zijn lezers hem nauwelijks geloven. AdSense werd toendertijd gezien als een product voor amateurs. Je zou er misschien de kosten voor je blog mee kunnen dekken, maar rijk zou je er niet van worden. Frinds website was bovendien doodgewoon spuuglelijk. Jeremy Schoemaken, een blogger op het gebied van optimalisatie voor zoekmachines, noemde Frind in zijn blog een leugenaar. “Kom op, jongens”, schreef hij. “Je zet jezelf ongelooflijk voor lul als je die onzin gelooft.”
Exit
Met de verkoop van PlentyOfFish aan Tinder-eigenaar IAC voor 575 miljoen dollar hoeft Frind zich – als enige aandeelhouder van het bedrijf – geen zorgen te maken over zijn financiële toekomt. IAC, tevens eigenaar van Match.com, Lexa en OkCupid zet hiermee een grote consolidatieslag in de online datingwereld in gang. Frind heeft niet aangegeven wat zijn volgende stap zal zijn. Tot die tijd weet hij zich vast te vermaken met de beroemde oorlogsspelletjes op internet.
Dit artikel is oorsprongkelijk gepubliceerd in mei 2009