Het gaat hard met Leapp, dat vorig jaar een omzet van 15 miljoen euro boekte met de verkoop van tweedehands Apple-apparatuur. Binnenkort opent Van Camp alweer zijn 21ste winkel, waar klanten – sinds vorig jaar ook in Duitsland en België – terecht kunnen voor refurbished computers, iPads en iPhones. “We zijn druk aan het uitbouwen”, zegt hij. De Sprout-challenger opent deze maand iedere zaterdag een nieuwe vestiging.
Zie ook: Leapp gaat verdubbelen dankzij overname Gilde
Daarnaast runt Leapp 19 shop-in-shops bij The Phonehouse en Optie1. Binnenkort trekt Leapp in een nieuw ‘laboratorium’ van 800 vierkante meter langs de A10 in Amsterdam, waar de Apples worden bijgeschaafd tot “bijna nieuw”.
Eind deze maand is Van Camp een van de sprekers tijdens het NK Pitchen voor ondernemers in Utrecht, waar Sprout partner van is.
Wat betekent pitchen voor jou?
“Ik heb dankzij een vrij bevlogen pitch op relatief eenvoudige manier veel investeerders aan me weten te binden. Dat is cruciaal geweest voor het bestaan van Leapp.”
Camp stond letterlijk op een zeepkist. Daarna woonde hij veel evenementen bij waarbij hij ook anderen hielp met pitchen. “Bijna iedereen zou een goede pitch moeten kunnen geven over wat hij of zij doet, en waarom dat fantastisch is”, zegt Van Camp. “Soms is verkopen het doel, maar dat hoeft niet.”
Of je het nou doet voor klanten, investeerders of collega’s, qua inhoud hoeven elevator pitches wat hem betreft niet van elkaar te verschillen.
Deed je het vroeger anders dan nu?
“Ik denk van wel, al is dat lastig te omschrijven. Als het goed is leer je, en is de volgende keer weer een stapje beter. Ik denk dat het met name zit in het zeker zijn over dat wat je te vertellen hebt. Naarmate je iets vaker doet, ben je minder gespannen en boek je waarschijnlijk betere resultaten.”
Welke pitch-tips zou je andere ondernemers willen meegeven?
1. Kort houden
Houd het kort, zegt Van Camp. De spanningsboog van je publiek is tenslotte ook (heel) kort. De lengte van een ritje in de lift moet letterlijk voldoende zijn. “Hoe minder woorden je nodig hebt, hoe zekerder je overkomt.”
Lang genoeg om het onderwerp te verhullen, en kort genoeg om de interesse te wekken
“Churchill zei ooit, met een verwijzing naar rokjes: maak het lang genoeg om het onderwerp te verhullen, en kort genoeg om de interesse te wekken.”
2. Feitelijk
Noem feiten, geen fictie. Noem daarbij bondige zaken die de moeite waard zijn voor je publiek. En wees zo min mogelijk hypothetisch. Vermijd frases als ‘Stel dit, of ‘Stel dat’.
3. Overdrijven hoeft niet
Als je zeker bent, hoef je niet te overdrijven
Overdrijven hoeft niet. “Laat je hockeystick thuis”, zegt Van Camp. “Vertel niet alleen maar dat je binnen 3 jaar van een ton naar 10 miljoen omzet gaat. Je kunt beter onderbouwen waaróm iets ontstaat, dan dat je het continu moet onderbouwen met cijfers. Een gemiddelde investeerder weet ook wel dat je omzet niet keer 100 zal gaan. Als je zeker bent, hoef je niet te overdrijven.”
4. Je doet het niet alleen
Je kunt er bewust voor kiezen om uit te stralen dat je niet de slimste persoon bent. “Dan wek je de indruk dat je openstaat voor het jezelf omringen met de beste mensen. Door ook te vertellen; ik ben niet de enige die het doet. Zeg bijvoorbeeld: ‘Deze mensen vormen met mij het managementteam en samen gaan we het bedrijf verder brengen’.”
Van Camp wil maar zeggen: Investeerders kijken weliswaar eerst naar ‘de vent en de tent’, maar meteen daar achteraan naar de mensen met wie hij of zij zich omringt.
Stel dat je mensen waardeert met een cijfer van 0 tot 10, zegt Van Camp: “Mensen met een 7 omringen zich vaak met 6’jes, en worden dus nooit beter. Om een 8 te worden, omring je jezelf met 8’en en 9’s. Ik zoek graag mensen die verder zijn dan ik, waarvan ik kan leren.”