Zand Amsterdam
De rokjes van Zand Amsterdam waren in 2005 nog maar net te koop of ze werden al door vier bedrijven nagemaakt. De wikkelrok heeft karakteristieke drukknopen, waardoor het altijd past. “We waren verschrikkelijk boos en hebben er slapeloze nachten van gehad. We hebben er heel hard aan gewerkt om de rokjes te bedenken, ontwerpen, een productielijn op te zetten en bij winkels te verkopen. En dan gaat iemand anders met ons werk aan de haal”, zegt distributeur Mick Perez van Zand Amsterdam.
Yaniv Shapira, de bedenker van de rokjes, en Perez schakelden een advocaat in, die in een brief naar de kopieerders met juridische stappen dreigde. Een ambtenaar in burger had toen al bewijsmateriaal voor ze verzameld. Een vrouw belde zelfs huilend op nadat ze een brief had gekregen van de advocaat. “Of we alsjeblieft geen verdere stappen wilden ondernemen. Ze stopte direct met de neprokjes.”
Dit is een verkort artikel uit Sprout Magazine #6. Members ontvangen hem gratis.
Word Sprout Member!
Ook de andere twee copycats stopten met het aanbieden van de rokjes. “Tegen de ander hebben we een kort geding aangespannen. Zij hebben op de dag dat de zaak voor zou komen een onthoudingsverklaring getekend.” Ook betaalden ze een schadevergoeding van twintigduizend euro.
Maar die vier bedrijven waren pas het begin. Sindsdien zijn er inmiddels minstens dertig ondernemingen die ze namaken. Met name in Duitsland zitten veel copycats, vertelt Perez. “Daar verkopen we heel goed, zo’n zestig procent van onze totale productie.”
Een van de namakers bij de oosterburen is een voormalige distributeur in München. “Zij eisten dat we tegen steeds lagere prijzen zouden leveren. Toen we daar niet mee akkoord gingen en de distributie zelf gingen regelen, zijn ze onze rokjes gaan kopiëren.”
Waarom Perez en Shapiro dan geen octrooi aangevraagd? Dat bleek niet mogelijk omdat het geen technische uitvinding betrof. “Daarvoor was het niet vernieuwend genoeg. Bovendien is dat verschrikkelijk duur.”
Het bedrijf heeft de ontwerpen wel vastgelegd in een modeldepot en voor een nieuwe zeszijdige rok een Design Patent aangevraagd in Amerika, waar ontwerpen wel als patenteerbaar beschouwt worden en een strengere bescherming geldt van intellectueel eigendom. “We investeren in bescherming. Maar het is een illusie om te geloven dat kopiëren daardoor niet meer gebeurt.”
Arpdesign
Toen meubelontwerper Sarah Trenité van Arpdesign een reclamefolder zag waar haar tafel in stond, voelde het alsof er bij haar zelf werd ingebroken. Een grote meubelzaak had haar tafel Longlegs, met karakteristieke, lange poten, gekopieerd. In vestigingen door heel Nederland was het meubelstuk te koop, voor een derde van de prijs die Arpdesign ervoor vroeg. En van veel slechter materiaal.
Trenité bedacht zich geen moment en schakelde een advocaat in. “Ik verwachtte de zaak makkelijk te winnen. Het was zo duidelijk dat ze mijn ontwerp hadden nagemaakt”, zegt ze. Maar het liep anders. Tijdens de rechtszaak moesten beide partijen de tafels laten zien. “Die van hen kregen ze niet meer goed in elkaar. Het blad was krom getrokken en paste niet op de poten. Het kwam er op neer dat de rechter vond dat hun tafel zo slecht gemaakt en lelijk was, dat er geen sprake was van echte concurrentie.”
Nachtmerrie
Nu mocht de meubelgigant niet alleen de tafel blijven verkopen, Trenité moest ook nog de advocatenkosten van de tegenpartij betalen. Met haar eigen advocatenkosten erbij, kwam dat neer op in totaal ruim veertigduizend euro. Een totale nachtmerrie, zegt de onderneemster. Ze had nooit verwacht dat ze zou verliezen. “Bovendien was het ontzettend slopend. Ik ging er kapot aan. Natuurlijk had ik in hoger beroep kunnen gaan. Maar dat zou nog meer geld en energie kosten.”
Trenité besloot het daarom slimmer aan te pakken en de copycat op zijn eigen terrein te verslaan: ze besloot onlangs haar eigen meubels te gaan kopiëren. “Het zijn dezelfde meubels, maar dan van goedkopere materialen, die overigens nog steeds een goede kwaliteit hebben. Wie niet zoveel geld heeft kan zich op die manier toch een echte Arp veroorloven.”
Trenité doopte de serie heel toepasselijk om tot de ‘copycatcollectie’. Haar wraak is zoet, want inmiddels loopt deze serie uitstekend. Ze haalt de helft van haar omzet uit de collectie en omdat het zo’n groot succes is, gaat ze de collectie de komende tijd zelfs uitbreiden. “De copycats hebben mij flink gefrustreerd, maar uiteindelijk ook geïnspireerd en het heeft geleid tot een nieuwe inkomstenbron. Ik werd in het nauw gedreven, maar nu levert het me geld op.”
Bloom! Holland
Een bloempot waar niet alleen een plantje in kan, maar die ook nog licht geeft en tegelijkertijd een lamp is. Dat product zette Bloom! Holland ruim tien jaar geleden succesvol in de markt. Het product verkocht direct vrij goed. “Maar we kregen ook al snel met copycats te maken”, vertelt eigenaar Rob Slewe.
“Een Nederlandse partij maakte onze pot na van kwalitatief veel minder materiaal, maar voor een goedkopere prijs. Dat we last konden krijgen van namakers hadden we ons van tevoren niet gerealiseerd.”
Slewe spande een rechtszaak aan; jarenlang procederen volgde. Uiteindelijk gaf de rechter Bloom! Holland gelijk. De kopieerders moesten een schadevergoeding en alle advocatenkosten betalen. Maar de eerste euforie na de uitspraak verdween al snel. “De tegenpartij ging failliet. We hebben uiteindelijk vrijwel geen geld ontvangen, maar de rechtszaak heeft ons wel tonnen gekost.”
Het bleef niet bij die ene keer. Maar na die rechtszaak bedacht Slewe zich wel twee keer voordat hij weer een bedrijf zou aanklagen. Een van de copycats, was net als in het geval van de wikkelrokjes van Zand Amsterdam, een bekende van de onderneming.
Kans
De ondernemer twijfelde. Moest hij het bedrijf aanklagen? Maakte hij als middelgrootbedrijf een kans tegen een grote partij? “Zij gaven al aan dat ze zoveel mogelijk moeite zouden doen om tijd te rekken. We besloten geen zaak te beginnen omdat het te kostbaar zou worden.” Hij vindt dat rechtszaken veel te lang duren: “Ik weet zeker dat het innovatie tegenhoudt. Omdat ondernemers hier veel tijd aan kwijt zijn, failliet gaan of niet eens meer een eigen bedrijf beginnen.”
Volgens Slewe moeten ondernemers zoals hij beter beschermd worden. “Het is een grijs gebied of iemand ‘geïnspireerd’ is door jouw ontwerp of dat degene er een kopie van heeft gemaakt. Als er maar een paar kleine afwijkingen zijn, dan kunnen andere bedrijven er al mee wegkomen.”
Zie ook:
Help, mijn software is nagemaakt!
‘Ik was bang dat de Chinezen mijn product zouden kopiëren’
Hoe ga je om met copycats?