Box is een Silicon Valley-startup uit de boekjes. De clouddienst voor het opslaan en delen van bestanden groeit tegen de klippen op en haalde meer dan 550 miljoen dollar op bij investeerders voordat hij begin dit jaar naar de beurs ging. Winst heeft het bedrijf van Aaron Levie in zijn tienjarige bestaan nog nooit gemaakt. Zolang concurrenten als Dropbox en Google in je nek hijgen is groei belangrijker.
Aaron Levie zelf past ook naadloos in the Valley: charismatisch, enthousiast, een paar feloranje sneakers onder zijn pak en een wolkjespatroon op zijn sokken. Levie staat bekend om zijn goocheltrucs en scherpe humor. Als we hem in San Francisco spreken op het congres dat Box jaarlijks organiseert, heeft hij net Applebaas Tim Cook gevraagd wie er moeilijker in de omgang is, Taylor Swift of de activistische aandeelhouder Carl Icahn . Levie wijst naar onze Androidtelefoon: ‘Die heb je toch niet aan Tim laten zien hè?’
Wij kennen Box in Nederland nauwelijks. Waar zijn jullie goed in?
“Box is een enterprise collaboration platform: we helpen bedrijven hun data veilig op te slaan in de cloud. Dat kunnen contracten zijn, maar ook advertentiecampagnes of presentaties. Die kun je simpel delen met anderen om samen te werken aan een project. We hebben snelgroeiende startups als Uber, Tesla en Airbnb als klant, maar ook gevestigde bedrijven als General Electric en Coca-Cola.”
Dit is ingekorte versie van een artikel uit Sprout Magazine #6. Members ontvangen hem gratis.
Word vandaag nog Sprout Member!
Box richt zich, als relatief klein en jong bedrijf, op grootzakelijke klanten: bedrijven met duizenden medewerkers. Is dat geen lastige markt?
“Ongelofelijk lastig. We zijn nu tien jaar bezig, het heeft ons vier jaar gekost om een product te maken dat geschikt is voor grote bedrijven. We hebben flink moeten investeren in technologie. Het is nogal een verschil of je een bedrijf met vijf tot vijftig medewerkers bedient of een organisatie met een half miljoen medewerkers. Grootzakelijke gebruikers stellen strenge eisen aan veiligheid, ook vanwege wettelijke verplichtingen en eisen van toezichthouders. Toch zaken waar kleine bedrijven vaak minder mee bezig zijn. Zij kunnen binnen drie minuten beslissen dat ze bijvoorbeeld Gmail gaan gebruiken. Grote bedrijven zouden graag dezelfde snelheid en keuze hebben, maar door hun omvang en de grotere impact van zo’n beslissing kost ze dat meer tijd. Zij hebben een partij nodig die lokaal helpt bij deze beslissingen en lokale ondersteuning biedt. Daarom openen wij lokale kantoren in Europa, zoals nu in Amsterdam.”
Over Europa gesproken: veel bedrijven en overheden hier doen liever geen zaken met Amerikaanse internetbedrijven vanwege privacyregels. Hoe gaan jullie daarmee om?
“We hebben een systeem ontwikkeld waarmee bedrijven hun eigen encryptiecodes kunnen beheren. Box heeft wel een sleutel, als organisatie heb je de tweede sleutel om de informatie te ontgrendelen. Zelfs als de Amerikaanse overheid aanklopt voor je gegevens, kunnen wij deze niet geven zonder jouw sleutel. Daarnaast werken we aan lokale datacenters: we willen graag data lokaal in Europa opslaan.”
Waarom richten jullie je niet gewoon op kleine bedrijven of consumenten?
“In de eerste jaren was dat ook onze doelgroep, maar we kwamen erachter dat het voor de langere termijn een lastig marktsegment is om winstgevend in te worden. Daarom hebben we het roer omgegooid en zijn we ons op grote bedrijven gaan richten.”
Was je leeftijd nooit een probleem voor die corporates?
“Normaliter is het de oprichter die bij startups klanten binnenhaalt. Wij kozen voor een andere weg: ik was met het product bezig, en we namen mensen aan met tientallen jaren ervaring in het bedrijfsleven. Zij verkochten het. Zij waren veel ouder dan ik, eentje had letterlijk al grijze haren – nog veel meer dan ik nu heb. Gelukkig is de technologie een branche waar leeftijd nauwelijks een rol speelt. Zelfs grote bedrijven weten dat innovatie van jonge bedrijven komt, dan speelt de leeftijd van de oprichter eigenlijk geen rol. Je zag ooit hetzelfde bij Steve Jobs en Bill Gates. We zijn juist interessant omdat we verfrissende ideeën hebben.”
Je hebt in de loop der jaren veel kapitaal opgehaald. Hoe overtuig je investeerders?
“Over het algemeen zijn zij geïnteresseerd in bedrijven die mikken op zeer grote markten. Wij gaan toevallig achter een van de grootste ter wereld aan: de markt die bepaalt hoe bedrijven hun informatie beheren en delen. Maar nog steeds was het niet altijd makkelijk om geld op te halen. De eerste twee, drie kapitaalrondes waren echt lastig: investeerders misten het vertrouwen dat wij als kleine startup ons product konden verkopen aan grote bedrijven. Ze dachten dat Microsoft, Oracle of IBM vroeg of laat zouden langskomen om ons te vermorzelen voordat we de kans zouden krijgen de concurrentie aan te gaan. Het leek er zelfs even op dat we geen financiering zouden krijgen, maar gelukkig sprong een aantal investeerders in het diepe. Ze vonden ons een gokje waard.”
Je bedrijf heeft nog nooit winst gemaakt. Zit daar een strategie achter?
“Onze strategie is eigenlijk heel simpel: we zitten middenin een transitie waarbij technologie vanuit je eigen datacentra verhuist naar de cloud. Dit gaat waarschijnlijk nog jaren duren, maar aan het eind van de rit staan nieuwe bedrijven op als leiders in deze markt. Wij moeten zorgen dat Box daar een van is. Om als een van de leiders uit de bus te komen, moeten we fors investeren in technologie, R&D, sales en marketing. Alleen dan kunnen we groeien. De keuze is een strategische gok, maar naarmate onze omzet stijgt zullen de operationele kosten steeds minder impact hebben.”
Een tiener die school niet afmaakt en vanuit de garage een bedrijf begint dat naar de beurs gaat. Dat doet denken aan de jongens van Apple en Microsoft. Hoe voelt het om tot dit illustere clubje te horen?
“Onwerkelijk. Het voelt nog steeds als een droom, hoewel ik niet genoeg slaap krijg om veel te kunnen dromen. Toen we Box begonnen, wilden we een makkelijke manier om documenten te kunnen delen om samen eraan te werken. We konden toen niet vermoeden dat er iPads, iPhones en Android-apparaten zouden komen, dat mensen zoveel online zouden gaan samenwerken. Dat gebeurde sneller en op grotere schaal dan we ooit hadden kunnen vermoeden.”
Aaron Levie Factbox
- Aaron Levie (30) en mede-oprichter Dylan Smith (30) kennen elkaar van de middelbare school. Levie kreeg het idee voor Box op de universiteit, waar hij moeite had om met werkgroepen tegelijk aan documenten te werken. Zo ontdekte hij dat er geen cloudoplossingen bestonden voor klein-zakelijke gebruikers. Levie belde Smith, die op een andere universiteit zat, om het idee samen uit te werken. Het duurde even, maar na de lancering in 2005 werden de twee officieel dropouts.
- Levi mailde zijn idee aan internetmiljardair Mark Cuban en Box kreeg zijn eerste drie ton investeringskapitaal. *Cuban en Levie kregen al snel mot over de koers van het bedrijf, waarop Cuban zijn aandelen niet veel later weer verkocht.
- Tot zijn beursgang in januari haalde Box bijna 560 miljoen dollar op, waardoor Levie’s belang verwaterde tot zes procent.
- De eerste jaren betaalden Levie en zijn medewerkers zichzelf niets, ze leefden in een gedeeld appartement in Seattle en gebruikten de oude auto van Aarons moeder als company car.
- Toen Levie het succes van Facebook en Twitter zag, besloot hij naar Silicon Valley te verhuizen. Daar werkte hij vanuit een omgebouwde garage verder.
- Levie is fervent aanhanger van de democratische presidentskandidaat Hillary Clinton en steekt op Twitter graag de draak met haar rivaal Donald Trump: ‘The closer Trump gets to winning the presidency, the more evidence we have that we’re living in a computer simulation.’
- Voordat Levie Box oprichtte, had hij een reeks startups die flopten, waaronder Zipzap ‘de snelste zoekmachine ter wereld… na Google dan’ en Fastest, waar particulieren hun huis zelf konden verkopen.