“Vandaag ga ik jullie drie verhalen vertellen over mijn leven. Niets legendarisch. Gewoon drie verhalen.” Met die woorden begon Steve Jobs in 2005 zijn wereldberoemd geworden speech bij het afstuderen van de studenten van de Amerikaanse Stanford University. Het doel van de woorden? De sprekers aan zich binden en met zijn 3 verhalen de studenten inspireren met een verhaal dat ze de rest van hun leven bij zou blijven.
Cebit zette deze tips op een rij die iedere ondernemer kan leren van de beroemde verhalen van gearriveerde ondernemers.
1. Focus je op één boodschap
Voordat je een verhaal of pitch gaat schrijven moet je nadenken over de boodschap die je mee wil geven aan de luisteraar. Als je publiek één mededeling van je onthoudt, welke is dat dan? Wat is het hoogtepunt van je verhaal? De studenten van Stanford gingen naar huis met de boodschap Stay hungry, Stay foolish. Niet dat Jobs helemaal zelf met die boodschap op de proppen is gekomen, in dezelfde speech geeft hij aan dat het een quote is uit het boek “The Whole Earth Catalog”.
2. Verander de structuur
In zijn Stanford-speech begon Jobs met de mededeling dat hij drie verhalen zou vertellen. Niet alleen geef je met een dergelijke opening structuur, je luisteraar heeft een ‘agenda’ in zijn hoofd, je wijkt ook af van wat iemand verwacht als opening.
“Bedankt voor de uitnodiging, mijn naam is … en ik wil het vandaag hebben over …” Wanneer je verhaal begint op die manier ben je niet alleen twintig waardevolle seconden kwijt, je hebt ook niets vertelt dat je luisteraar nog niet eerder heeft gehoord.
3. Leuke anekdote
In plaats van die standaardopening start je met een anekdote die jou neerzet en die je publiek ruimte geeft om een emotionele band met jou als spreker op te bouwen. Zelf heb je ook gelijk het voordeel dat je het meest energiek en gepassioneerd kunt vertellen over een onderdeel van je eigen leven.
4. Praat in details
Om je grotere verhaal goed over te brengen aan je publiek hebben ze hulp nodig in de details. Wanneer je in je verhaal vertelt dat er een plant naast je staat, dan heeft nagenoeg iedereen in je publiek daar een ander beeld bij. Praat je over een boom dan wordt het beeld als specifieker.
Maar gaat je verhaal over de oude eikenboom die naast je staat dan heeft iedereen nagenoeg hetzelfde beeld. Daarmee komt je verhaal tot leven en geef je je publiek de kans om hun ogen te sluiten en het beeld in hun hoofd te schetsen waarbinnen jouw verhaal zich afspeelt.
Hetzelfde geldt voor feiten. Start je verhaal met ‘jaren geleden, in een land hier ver vandaan’ en je publiek denkt dat je een sprookje gaat vertellen.
Trap je verhaal af met ’14 mei vorig jaar, de eerste zomerse dag die we hadden’ en je publiek weet waar je het over hebt en zelf hebben mensen misschien ook wel herinneringen aan die eerste mooie zomerse zonnige dag.
5. Geef geen hoorcollege, vertel verhalen
Kun je je nog het eerste hoorcollege van je studententijd herinneren? Een docent die voor jou en 200 mede-studenten een lesje ging geven in een onderwerp dat je – hopelijk – interesseerde. Toch viel je interesse na een paar minuten weg omdat de docent als een politieagent orde handhaafde en je naar theorieën aan het luisteren was waar enige vorm van plezier uitgehaald was.
Onthoud dat als jezelf een verhaal vertelt je altijd moet spreken door je verhalen. Bouw je verhaal zoveel mogelijk op uit anekdotes en korte verhaaltjes die zowel informatief zijn als leuk om naar te luisteren.
Je verhaal is helemaal af als je als spreker op gelijke voet gaat staan met je publiek. Pretendeer niet alle waarheid in pacht te hebben en geef ruimte voor input vanuit de zaal.
Foto: Linda A. Cicero, Stanford News Service