“We waren er vrij snel over uit: we moesten naar New York met Shapeways. In Nederland was het moeilijk talent te vinden. We zochten mensen die heel goed zijn in hun werk en er echt voor willen gaan, die de startupmentaliteit hebben. Die vonden we wel, maar niet in de goede aantallen. We hadden er tientallen nodig.
In Amerika heerst de werkcultuur die wij zochten, en daar was veel meer talent beschikbaar. Alleen al in New York, die stad trekt zoveel mensen aan, en het is dé stad van de creativiteit. Daar zitten onze klanten en ons personeel. Daarnaast was het praktischer: de Amerikaanse markt is onze grootste markt.
Wat leuk is aan de Amerikanen, is dat ze zich ergens meteen helemaal in storten als ze een kans zien. Ze staan er echt voor open om iets nieuws als Shapeways te proberen, terwijl Nederlanders veel meer zijn van ‘dat zien we nog wel’. Amerikanen proppen iets wat ze leuk vinden gewoon erbij in hun agenda, ook als dat betekent dat ze de hele avond door moeten werken.
Marleen Vogelaar (36)
Compagnon: Peter Weijmarshausen
Wat: 3D-printbedrijf
Sinds: 2007, spin-out in 2010
Personeel: 80
Omzet: niet openbaar
Ambitie: ‘Over tien jaar een paar honderd miljoen omzet doen’ Ze gáán ervoor, ook al kennen ze je nauwelijks. Die energie vind ik ontzettend gaaf.
Ook financiering moesten we buiten Nederland zoeken. De venture capitalmarkt in Amerika is zoveel groter – ik heb weleens horen zeggen dat alleen al in de stad Minneapolis meer kapitaal beschikbaar is dan in heel Europa – en zeker na de crisis in 2009 was het moeilijk om in Nederland een goede financier te vinden.
We wilden een venture capitalist die zowel ervaring had met internetondernemen als met de traditionele fabricage die wij doen. In Amerika waren dat soort investeerders makkelijker te vinden; daar bleven Facebook, Twitter en andere startups maar doorgaan. In 2010 haalden we financiering op bij Union Square Ventures en Lux Capital in New York, en Index Ventures in Londen, en werd Shapeways een spin-out uit Philips. Binnen een paar maanden zijn we verhuisd.
In oktober 2012 heb ik drie weken doorgebracht in New York om de verhuizing voor te bereiden. Op zoek naar kantoorruimte, een accountant, een advocaat, noem maar op. Onze investeerders hebben ons op weg geholpen; we konden ze bijvoorbeeld vragen naar een fatsoenlijke accountant. Dan zeiden zij ‘onze andere startups werken met die en die’.
Zo brachten ze een heel ‘ecosysteem’ mee. Nog steeds hebben we veel aan ze. Ze komen naar onze board meetings, geven advies en we kunnen ze bellen of mailen als we een vraag hebben. Ook kunnen we veel kennis uitwisselen met de startups van onze vc’s, zoals Foursquare en Etsy. Onze kans op succes is stukken groter door die investeerders.
Inmiddels zitten we bij Shapeways met zo’n tachtig man, waarvan ongeveer de helft in Eindhoven, een paar op ons kantoor in Seattle en de rest op ons hoofdkantoor aan Park Avenue in New York. Daarnaast hebben we in maart 2012 in Long Island City een tijdelijk pand betrokken, waar we nu een uitbouw aan het maken zijn om een fabriek te openen. Dat is 2.300 vierkante meter, en daar willen we alles gaan onderbrengen. Dus de 3D-printers – dat moeten er een stuk of vijftig worden – maar ook alles daaromheen: post processing, verven, polijsten, sortering en distributie.
We zijn in zes jaar tijd enorm vooruitgekomen. Toen we met het ontwikkelen van de technologie begonnen, bestond de markt eigenlijk al twintig jaar, maar er gebeurde niet zoveel. Ja, er waren servicebureaus op de zakelijke markt met anderhalve printer op kantoor. Als je daar een 3D-ontwerp wilde laten printen, kostte dat een fortuin. In die tijd konden alleen grote bedrijven de technologie betalen, maar wij wilden dat het ook voor consumenten betaalbaar werd.
Dit artikel komt uit Sprout Magazine.
Abonnement?
We zijn elke dag kleine verbeteringen gaan toepassen en processen gaan aanscherpen, iedereen mocht meedenken. We hebben projectteams laten kijken naar materialen, technieken, het automatiseren van planning en schoonmaak. Alles om zo efficiënt mogelijk te kunnen produceren en opdrachten te kunnen bundelen om de kosten naar beneden te krijgen. Dat is gelukt: waar een geprint iPhonehoesje een paar jaar terug nog honderden euro’s kostte, betaal je nu dertig euro. Nog steeds niet echt goedkoop, maar goed te doen als je daarmee je eigen, gepersonaliseerde case hebt in de kleur en van het materiaal dat je wilt.
Ook in de materialen zijn we heel veel verder. Toen we net begonnen waren de eerste producten van plastic bijvoorbeeld nog heel gelig, korrelig en hoekig. Ze zagen er niet uit als een eindproduct, het waren prototypes. Nu ziet het eindresultaat er echt uit alsof je het in de winkel koopt. Daarmee wordt het voor meer dan alleen de hobbyisten interessant.
De markt van 3D printing on demand begint zich snel te ontwikkelen. Toen we begonnen werd de markt geschat op 700 miljoen dollar, nu op 1,6 miljard en over vijf jaar op 3,1 miljard (onderzoek Wohlers Associates, red). Shapeways is nog steeds de grootste aanbieder wereldwijd. Cijfers geven we niet weg, maar we maken ieder jaar een exponentiële groei door. We waren de eerste op de markt, dus we hebben het startersvoordeel. Maar we moeten blijven investeren, anders blijven we niet voorop lopen.
Omdat de markt zo hard groeit, zijn er veel toetreders. Uiteindelijk is dat beter voor de kwaliteit van de technologie, want daar moet nog aan gewerkt worden, om het beter en goedkoper te krijgen. Het moet ook toegankelijker worden voor een massapubliek, zodat je producten kunt personaliseren zonder dat je daarvoor 3D-ontwerpskills nodig hebt. Daarin gaan we steeds verder: je kunt nu als consument een tekening sturen van oorbellen die je wilt hebben. Dat zet het systeem om in een 3D-model en print het voor je.
We richten ons op consumenten, want in die markt hebben we al zoveel te doen dat we er niet veel zakelijke deals bij kunnen doen. Voor productontwikkelaars betekent 3D-printing heel veel. Vroeger moest je eerst een mal laten maken en 10.000 stuks van je product afnemen in China. Die moest je dan eerst verkopen voor je een nieuwe mal kon laten maken. Dankzij 3D-printing kun je nu in drie maanden tijd twintig aanpassingen verder zijn. Er zijn al aardig wat designers die een fulltime inkomen verdienen via ons platform.
Uiteindelijk moet 3D-printing mainstream worden, ik verwacht dat dit binnen een jaar of drie gebeurt. Nu zijn al onze producten nog van enkele materialen, maar over een jaar of vijf kunnen we waarschijnlijk producten met geïntegreerde chips printen. Er kan met steeds meer materialen geprint worden, zoals roestvrijstaal en porselein.
Meer en meer gewone shoppers beginnen ons al te vinden, en kopen bij ons in plaats van dat ze een standaardproduct bij de Blokker halen. Dat is nog moeilijk geweest, want consumenten verwachten producten die eruit zien alsof ze uit een fabriek in China komen, en dat niveau konden we lange tijd niet bieden.
We hebben in de afgelopen zes jaar een markt moeten creëren die niet bestond, klanten vinden, dat is heel lastig. Tegelijkertijd waren we bezig met het uit de grond stampen van een bedrijf waar mensen graag willen werken, moesten we voldoen aan de enorme groei en technologie en materialen ontwikkelen. Alles moest groter, sneller en betrouwbaar. En daarbij moesten we de prijs aantrekkelijk houden, en snel kunnen bezorgen. Mensen verwachten tegenwoordig dat als ze online een product bestellen, dat ze het de volgende dag in huis hebben. Die beseffen niet dat wat ze bij ons bestellen, dan nog in productie moet gaan, dat we on demand voor ze printen.
Het is keihard werken. Elk moment van de dag dat ik niet slaap, eet of voor mijn twee kinderen zorg, ben ik aan het werk. En dat geldt niet alleen voor mij, maar voor een heleboel mensen bij Shapeways. Dat hou je alleen vol als wat je aan het doen bent, superfantastisch is. Het is je leven, en dat moet je leuk vinden. Je hebt maar één leven.
Ik wil Shapeways succesvol maken, tot een bedrijf met een paar honderd miljoen omzet. Dan moet er een mooie club staan waar mensen graag werken, en doen we werk dat er echt toe doet voor mensen. Dan zou ik trots zijn.”