Meatable werkt, net als het eveneens Nederlandse Mosa Meat, aan een manier om vlees te kweken. Dat is een spel van lange adem, waar miljoenen euro’s voor nodig zijn om überhaupt een eerste prototype te kunnen ontwikkelen.
Met een nieuwe investering van 9 miljoen euro kan het bedrijf uit Delft (14 medewerkers, waaronder 12 wetenschappers) zijn eerdere doel om in 2021 zijn eerste hamburger op te leveren, een jaar naar voren halen. Komende zomer presenteren De Nood en Luining als het goed is hun een eerste prototype van varkensvlees. De challenger schat dat de eerste commerciële productie in 2025 van start zou kunnen gaan, zegt De nood. “Dat is ook het moment waarop we verwachten dat we op prijs kunnen concurreren met gangbaar vlees.”
TransferWise
De nieuwe investering is afkomstig van bestaande aandeelhouders, die vorig jaar al 3 miljoen euro in Meatable staken, waaronder BlueYard Capital. Bij die investeerderspoule meldt zich nu ook Taavet Hinrikus, medeoprichter van TransferWise. Dat is een van oorsprong Estse FinTech-startup, die in 2016 een van Europa’s eerste (winstgevende) unicorns werd en die zich onderscheidt met opvallende marketing.
Volgens Hinrikus ontstaan er mooie dingen “wanneer je een geweldig team en een 10 keer beter product samenbrengt met een enorme markt”. “De unieke gepatenteerde technologie waar Meatable toegang toe heeft, biedt alle ingrediënten die nodig zijn om de volgende Europese unicorn te worden.’’
Meatable kwam de Est op het spoor via het netwerk van bestaande investeerders. Hinrikus deed twee jaar geleden een stap terug bij TransferWise, en steekt zijn tijd nu in het helpen van andere startups. Bij Meatable is de Est meer dan een geldschieter, zegt De Nood. “Hij helpt met strategie, zoals hoe onze board eruit ziet en hoe je een team samenstelt. Hij heeft eerder verschrikkelijk veel geld opgehaald bij de beste fondsen in de VS, TransferWise is een van de weinige Europese bedrijven die dat zo goed heeft gedaan.”
Een onbekend deel van de investering wordt opgehoest door de Europese Commissie, via het Eurostars-programma. Dat is volgens Meatable het bewijs dat “ons vlees wordt gezien als een legitieme oplossing voor de ambitieuze agenda van de Europese Unie op het gebied van klimaatverandering”.
Efficiënt
Gangbare veehouderij doet een te groot beroep op water en land, stelt Meatable. Voor een kilo vlees moet er zo’n 25 kilo voedsel in een koe. De sector is verantwoordelijk voor 14 tot 18 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Meatable belooft vlees met 96 procent minder watergebruik, tot 99 procent minder grondgebruik en veel minder uitstoot dankzij “efficiënt energiegebruik”. Of beloofde cijfers in de praktijk stand houden, moet uiteraard nog blijken.
Bij andere kweekvlees-startups, waaonder ook Memphis Meats en Modern Meadow, duurt het maken van cellen veel langer dan bij Meatable, stelt het bedrijf. De Nood: “Er is nog geen partij die heeft uitgevonden hoe er een constante toevoer van pure cellen kan worden geproduceerd.”
Productieproces
Meatable claimt de tijd die nodig is om grote hoeveelheden spier- en vetweefsel te fabriceren, terug te kunnen brengen van enkele maanden tot een paar dagen. Het productieproces van Meatable bestaat uit twee delen. Aan de ene kant een zogeheten proliferatiefase, waarin cellen zich delen. Uit het vat waar die (stam)cellen in zitten, worden ieder uur nieuwe cellen gehaald en naar een tweede vat gebracht.
In dat tweede vat worden met behulp van de stamcellen vet- en spierweefsel gekweekt. Dat proces duurt een week of twee. De kunst is om het volume zo groot mogelijk te krijgen – een cruciale vraag voor een levensvatbaar businessmodel.