Wist je dat Sprout je van A tot Z helpt bij investeringen? Bekijk onze nieuwe Funding Toolkit.
Waar moet je op letten bij het zoeken naar investeringskapitaal? Die vraag wordt door menig startup gesteld, maar lang niet iedereen vindt uiteindelijk funding. Belangrijk om erachter te komen hoe je kapitaal op kunt halen, is het weten waar investeerders precies naar op zoek zijn. Sprout destilleert vijf investeringstips uit eerdere gesprekken die we met toonaangevende Nederlandse investeerders hielden.
Tip 1: wees geen lifestyle-ondernemer
Echte ondernemers zijn dag en nacht met hun bedrijf bezig
Johan van Mil investeerde met Peak Capital in Nederlandse succesbedrijven als Catawiki en Media Distillery. In een interview met Sprout gaf hij afgelopen jaar aan zich te storen aan zogeheten “lifestyle-ondernemers”. “Het runnen van een startup is ongelofelijk hip, maar voor het opbouwen van een bedrijf als Catawiki heb je meer nodig. Als wij met hen zondagavond contact hebben dan, krijgen we gelijk antwoord. Dit soort ondernemers zijn dag en nacht met hun bedrijf bezig. Dat betekent dat je soms harde keuzes moet maken, ook privé.” Met andere woorden: laat een investeerder niet dagen wachten op een mailtje en beantwoord telefoontjes meteen – ook al is het vrijdagavond.
Van Mil is niet de enige investeerder die zich ergert aan lifestyle-ondernemers. Ook Mathijs de Wit van Newion vertelde afgelopen jaar tegen Sprout over het fenomeen: “Je moet wel begrijpen dat we uiteindelijk willen investeren. Als je eigenlijk stiekem een lifestyle entrepreneur bent, dan doen we dat niet. Dan doe je het meer met toewijding aan een bepaalde lifestyle dan dat je streeft naar rendement en wil zorgen dat je je bedrijf naar marktleiderschap tilt.”
Tip 2: vermarkt je product
Het is een cliché en niet zomaar: terwijl Nederlandse ondernemers het in pitches vooral hebben over hoe de techniek achter hun product werkt, spreken Amerikanen vooral over de droom die ze verkopen. Zouden wij in Nederland ook vaker moeten doen, denkt Niels van Aalten van Holland Venture. Dit fonds investeerde in honderddertig bedrijven.
In een interview dat Sprout afgelopen jaar met de investeerder had, verwoordde Van Aalten het als volgt: “We moeten onze technologie beter vermarkten. We schreeuwen het niet snel van de daken. Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van ondernemers in de VS. Wat is mijn businessmodel, wie wil er betalen voor mijn product? Hoe zorg ik dat ik marktleider wordt? Hoe verkoop ik mijn bedrijf? Het antwoord op soort vragen kunnen de meeste Amerikaanse ondernemers zo opdreunen.”
Tip 3: denk groot, maar niet té groot
Ik heb liever iemand die een kathedraal probeert te bouwen dan een vakantiebungalow
Wie groot denkt qua product, mag ook grote hoeveelheden kapitaal ambiëren. Verkoop je daarom jouw droom aan een investeerder, zorg er dan voor dat je zelf in deze droom gelooft. Zoiets lukt het beste als je product ingenieus in elkaar zit. Alexander Ribbink van Keen Venture Partners stelde er in februari over: “Ik heb liever dat je iets heel ingewikkelds probeert te maken, dan dat je snel schakelt en een kortere rit maakt. Daarvoor moet je proberen slimme techneuten aan te nemen. Pak het groots aan en probeer het heel ambitieus in te steken. c. Ook al komt die kathedraal maar half af, dat geeft niet.”
Toch heeft niet iedereen in investeringsland hierover dezelfde mening. Volgens Coenraad de Vries van Startgreen Capital kun je bijvoorbeeld ook te groot denken, zo stelde hij afgelopen jaar aan Sprout: “Ik denk dan altijd aan een uitspraak van Gary Hamell: think big, start small and scale up quickly. Sommige ondernemers denken onrealistisch groot. Dan zeggen ze: in drie jaar willen we een omzet van 100 miljoen. Wij denken dan: hoe ga je dat doen? Mensen aannemen? Veel kantoren openen? Anderen denken weer juist niet groot genoeg en schalen daardoor nooit op. Als investeerder zoek je juist naar ondernemers die hier in het midden zitten.”
Tip 4: denk alles tot in de puntjes uit
Ga je bij een investeerder langs, zorg er dan voor dat je op alle mogelijke vragen een antwoord hebt. Is je businessmodel bestand tegen concurrentie en heb je een plan om klanten te trekken? Sander Vonk van Volta Ventures vertelde Sprout vorig jaar in een interview nog waarom hij iemand tien minuten voor het gesprek de deur wees. “Ik stuurde tien minuten geleden nog iemand weg. Die zocht onze steun voor een voorfinanciering. Zoiets is opzich een kleine stap; we moeten onze handtekening zetten onder een document waarop staat dat we de intentie hebben om in de toekomst te investeren. Toch heb ik het niet gedaan. Ik doe zoiets alleen als ik erin geloof. Dit bedrijf had een niet heldere concurrentiepositie en had niet goed nagedacht over de pricing.”
Ook Thijs Gitmans van Mainport Innovation Fund stelde afgelopen jaar tegen Sprout onprofessionaliteit onder startende ondernemers te herkennen. “Ik krijg nog te veel plannen die niet echt doordacht zijn, waarbij mensen zelf amper geld erin steken of zichzelf direct na een investering een hoog salaris toekennen.”
Tip 5: kies je investeerder zorgvuldig uit
Als je een investeerder tegenkomt, moet je denken: past zo iemand bij mij?
Als je naar een restaurant gaat, kies je niet lukraak alles op kaart. Je maakt een duidelijke keuze voor een gerecht en zo werkt het ook in de wereld van het investeren. Zoek naar investeerders die potentieel aansluiten bij jouw specifieke branche en filosofie, adviseerde Startgreen-topman De Vries dan ook: “Denk goed na over met wie je in zee gaat. Als je een investeerder tegenkomt, moet je denken: past zo iemand bij mij? Daarnaast denk ik dat je een reële businesscase moet kunnen uitleggen. De meeste investeerders hebben het snel door als je dingen belooft die je niet waar kunt maken. Je denkt dan: jouw verhaal is zo sterk, je probeert met gewoon te overtuigen.”
