1: Stel inkoop-prioriteit als voorwaarde voor belastingvoordeel
De Nederlandse Belastingdienst maakt al jaren belastingafspraken (rulings) met multinationals, waardoor Nederland kan profiteren van internationale betalingsstromen. Er is echter veel maatschappelijke en internationale kritiek, omdat het bedrijven in staat stelt om op Europees niveau de belastingplicht fors te reduceren. Internationale competitie tussen belastingregimes zorgt voor een race-to-the-bottom, want bedrijven kunnen als het ware à la carte belasting-regimes samenstellen.
Ondanks de sociaal-maatschappelijke kritiek, is dit in potentie een krachtig instrument dat nu onvoldoende wordt aangewend om de concurrentiepositie van Nederlandse startups te verbeteren. Tax rulings voor multinationals zouden alleen moeten worden toegekend op voorwaarde dat Nederlandse technologiebedrijven prioriteit krijgen bij het inkopen (procurement) van diensten en producten. Zo niet, dan riskeert het bedrijf een minder gunstige belastingafspraak.
Stel dus dat een bedrijf dat een tax ruling van de Belastingdienst heeft bedongen op zoek is naar een betaaldienst. Dan zou Adyen, als geschikte provider van Nederlandse bodem, procurement-prioriteit moeten krijgen ten opzichten van Paypal of Stripe.
In feite wordt hiermee een deel van het belastingvoordeel (lees: gratis geld voor het bedrijf) terug geïnvesteerd in de Nederlandse economie, zodat wij niet alleen ons vestigingsklimaat voor multinationals aantrekkelijk houden, maar ook startups en scaleups van Nederlandse bodem stimuleren. Zo creëer je op lange termijn een sterke technologie-hub, zoals dat ook in Ierland gebeurd is.
Het kost de multinationals niets, maar draagt enorm bij aan onze duurzame technologie-industrie. De bevolking ziet iets terug van de belastingvoordelen die gegund worden aan multinationals.
Zonder een dergelijke maatregel zullen tax rulings uiteindelijk bezwijken onder gebrek aan sociaal maatschappelijk draagvlak, terwijl het in potentie een krachtig instrument is voor onze economie. En er is een precedent: kijk maar naar de voorgestelde afschaffing van de dividendbelasting. Procurement-prioriteit zal resulteren in een belastingstelsel dat aantrekkelijk is voor buitenlandse partijen en dat wordt gebruikt om als incubator een duurzamere Nederlandse economie te creëren.
Lees ook: Zo wil Mona Keijzer Nederland in de mondiale top 5 startup-ecosystemen slingeren
2: Pensioenfondsen moeten investeren in Nederlandse durfkapitalisten
Onze pensioenfondsen, behorend tot de grootste van de wereld, zouden een groter percentage van het door hun beheerde vermogen moeten toekennen aan Nederlandse durfkapitalisten die zich richten op seed– en pre-revenue-startups.
Nederland meet zich graag naar het model van Silicon Valley, maar toch lukt het ons niet om grote aantallen unicorns te produceren. Unicorns, de snel groeiende bedrijven die – niet-beursgenoteerd – meer dan 1 miljard dollar waard zijn, worden bijna altijd gefinancierd door durfkapitalisten voordat ze winstgevend zijn. Hierbij pompen zij enorme bedragen groeikapitaal in een bedrijf dat een opkomende markt flankeert door agressief marktaandeel te veroveren. Vervolgens consolideert het bedrijf de macht om zo op lange termijn haar positie te vergelden. Dit kapitaal ontbreekt in Nederland, althans, het is er wel, maar niet voor startups.
Een belangrijk onderdeel van het ecosysteem in Silicon Valley is toegang tot seed- en pre-revenue-investeringen. Dit hebben wij nagenoeg niet in Nederland, omdat de investeringsthesis van venture capitalists, oftewel: durfkapitalisten, in Nederland bijna altijd gebaseerd is op scaleups, en ook die investeringen zijn een stuk lager dan in de Verenigde Staten. Maar zonder seed-kapitaal komen veelbelovende startups voortijdig aan hun einde, en het is juist in het begin wanneer de waarde gecreëerd wordt.
De bedrijven die het wel redden, komen daar omdat zij door Amerikaanse partijen worden opgekocht. Zo is Booking al jarenlang onderdeel van het Amerikaanse Priceline en heeft Elastic inmiddels 104 miljoen dollar opgehaald bij de Amerikaanse durfkapitalisten Benchmark Capital, Index Ventures en NEA.
Maar hoe komen de Amerikaanse durfkapitalisten eigenlijk aan dat geld? Zij worden voornamelijk gefinancierd door pensioenfondsen. Ons Nederlandse pensioenfonds ABP is het op vier na grootste pensioenfonds van de wereld, terwijl ons land in populatie niet verder dan plaats 62 komt. ABP heeft 500 miljoen euro opzij gezet voor startups, wat neerkomt op maar 0,13 procent van haar portfolio.
Deze 500 miljoen euro is minder toegankelijk dan het lijkt: het is bedoeld voor Series-A-investeringen, dat wil zeggen: investeringen in bedrijven die zich al enigszins hebben bewezen in de markt. Helaas dus niet voor seed– of pre-revenue-investeringen waar de waarde gecreëerd wordt en het kapitaal het hardst nodig is.
Zou het niet zo moeten zijn dat onze pensioenfondsen de maatschappelijke rol om ons geld te beheren weergeeft in het verzekeren van een duurzame financiële toekomst in Nederland? Dat gebeurt in ieder geval niet als wij met ons geld Amerikaanse of Chinese bedrijven groot maken waar wij uiteindelijk afhankelijk van worden, en het uitgekeerde pensioengeld van de Nederlandse bevolking uiteindelijk toch wordt uitgegeven aan buitenlandse bedrijven.
De Google’s, Apple’s, Uber’s, Amazon’s, Airbnb’s en Facebook’s van deze wereld fungeren als een gootsteen voor kapitaal. Al kunnen Nederlandse pensioenfondsen ook winst maken op buitenlandse investeringen, de verdiensten komen uiteindelijk bij consumenten die dat uitgeven aan de producten en diensten van diezelfde bedrijven, omdat wij er afhankelijk van zijn geworden. Niet duurzaam dus!
Onze nieuwe generatie heeft recht op een baan bij de nieuwe DAF, Fokker of KLM, in plaats van een bijbaantje in de periferie van de gig-economie, dat plaatsvindt in het kruisvuur van de Amerikaanse en Chinese platform-imperialisten. Pensioenfondsen moeten verplicht worden om een percentage van hun portfolio te investeren in Nederlandse durfkapitalisten die zich richten op seed– en pre-revenue-startups. Dit percentage moet geleidelijk worden verhoogd.
Lees ook: Ewald Engelen: ‘Er is geen level-playing-field voor Nederlandse startups’
3: Leer Duits
Duitsland is onze grootste exportmarkt, maar de Nederlandse economie laat momenteel miljarden liggen omdat het schort aan onze Duitse taalvaardigheid.
Nederland is vanwege de kleine interne markt een beperkt afzetgebied. Nederlandse bedrijven internationaliseren daarom vaak – geforceerd – vroeg, maar in Europa blijf je beperkt als je de taal niet spreekt; Engels is niet genoeg. We kunnen Nederlandse producten verkopen aan de 82 miljoen Duitsers, die samen de op drie na grootste economie van de wereld vormen – maar alléén als we de taal beheersen.
Investeer in handelsmissies naar Duitsland, zorg ervoor dat internationale venture capitalists, die veelal in Berlijn hun Europese hoofdzetel houden, kennis maken met het Nederlandse startup-aanbod, en investeer gericht in Duits, want dat levert geld op en unicorns.
Bart Verschoor is medeoprichter van blockchain-startup Seal