Als werkgever is het belangrijk dat je goed werkgeverschap biedt. Dat is geen vrijblijvende mogelijkheid, maar wettelijk verplicht. Het houdt in de praktijk in dat de werkgever alle maatregelen neemt die nodig zijn om te voorkomen dat een werknemer tijdens het werk schade lijdt. Als er sprake is van slecht werkgeverschap, dan kan de werkgever daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
Dat staat vermeld in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. De meeste arbeidsrechtsadvocaten krijgen dan ook met dit artikel te maken. Er zijn verschillende situaties waarin aansprakelijkheid bij slecht werkgeverschap tot problemen heeft geleid.
Situaties
Verschillende situaties laten zien dat het nog niet altijd even eenvoudig is om aansprakelijkheid bij slecht werkgeverschap te voorkomen. Want meestal moet de rechter eraan te pas komen om te beoordelen of daar überhaupt sprake van is. Er zijn verschillende situaties denkbaar: aansprakelijkheid bij eenzijdige verkeersongevallen, bedrijfsongevallen, ongevallen op weg naar werk, of wat als een patiënt een hulpverlener mishandelt? Bij al deze situaties kwam de wet weer om de hoek kijken.
Aansprakelijkheid bij eenzijdige verkeersongevallen
Stel je voor: je werknemer gaat op pad en veroorzaakt een eenzijdig ongeval. Dat betekent dat hij de schade zelf heeft veroorzaakt en dat er geen schuldige is aan te wijzen. Dan is er sprake van een onderscheid tussen het woon-werkverkeer en een ongeval tijdens werktijd. De werkgever heeft daarover geen zeggenschap. Toch is er geen sprake van vrijwilligheid, want de werknemer heeft immers de verplichting tegenover de werkgever om op pad te gaan. Dat is immers onderdeel van het werk.
Bedrijfsongelukken
Bedrijfsongevallen komen vaker voor. Zo is er een zaak bekend waarbij een bouwvakker de bestuurder van een busje met meerdere werknemers was en de macht over het stuur verloor. Hij kwam tot stilstand tegen een boom. De collega’s claimden aansprakelijkheid bij hun eigen WA-verzekering. Maar de bestuurder kan dat niet, want hij was zelf verantwoordelijk. Letselschade werd daardoor niet vergoed. Om deze reden gebeurt het vaak dat men toch tenminste een inzittendenverzekering afsluit. Dat wordt gedaan door de werkgever. Zo kan de bestuurder de schade op zijn werkgever verhalen. Maar in de praktijk blijkt vaak de werkgever niet aansprakelijk te zijn. En dat is volgens sommige experts weer opmerkelijk. Zij scharen het afsluiten van een goede verzekering onder goed werkgeverschap.
Ongeval op weg naar werk
Wanneer een werknemer op weg naar zijn werk is, spreken we van woon-werkverkeer. De Hoge Raad oordeelde dat de werkgever tijdens het reizen naar werk niet aansprakelijk is. De verplichting om een goede verzekering af te sluiten geldt niet bij een eenzijdig ongeval waarbij de werknemer als voetganger is betrokken. Maar als hij fietst naar zijn werk of in een auto zit, dan is er wel weer sprake van een verzekeringsplicht.
Voorbeeld uit de praktijk
Dan een voorbeeld uit de praktijk. Een bewoner van een tbs-instelling mishandelde een therapeut onder werktijd. Daardoor kon de therapeut zelf niet meer werken. Hij liep letselschade op en stelde zijn werkgever aansprakelijk. De kantonrechter en het Gerechtshof oordeelden dat de werkgever voldoende gedaan hadden. Er was dus geen sprake van slecht werkgeverschap. In zo’n geval voldoet de instelling aan de zorgplicht. Er waren al genoeg voorzorgsmaatregelen genomen en verder had het ongeluk niet voorkomen kunnen worden.
De therapeut was naar de rechter gestapt omdat hij vond dat er sprake was van slecht werkgeverschap. Het Hof oordeelde oorspronkelijk dat dit inderdaad het geval was, maar de Hoge Raad vernietigde de uitspraak.
Hoe zit het met zzp’ers?
Hoe zit dat dan met zzp’ers? De werkgever moet normaal gesproken aantonen dat er sprake is van een goede verzekering. Als de zzp’er soortgelijke werkzaamheden als iemand in loondienst uitvoert, valt hij onder de uitbreidingsbepaling van artikel 7:658. Het komt er op neer dat de zzp’er zorgplicht over zichzelf heeft. Maar de verzekeringsverplichting zoals die wel voor werkgevers telt, is weer niet van toepassing in dit geval. Een zelfstandig ondernemer heeft dus geen verplichting betreft goed werkgeverschap, blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland.
Zzp’ers hebben dus een uitzonderingspositie. In artikel 7:611 gaat het over goed werkgeverschap en daarbij wordt de zzp’er niet genoemd. Dit gaat namelijk alleen over de verhouding tussen een werkgever en werknemer.